Ceders, naaldbomen die veelal zijn aangeplant in parken, bij kloosters en kerken en in grotere tuinen, staan in bloei. Deze bomen bloeien, in tegenstelling tot Dennen en Sparren, in het najaar en brengen dan uit hun mannelijk bloeiende tot 6 cm grote kegeltjes erg veel pollen in de lucht. Dit pollen heeft twee luchtzakken, net als bij de andere naaldbomen, waardoor dit pollen over grotere afstanden door de lucht vervoerd wordt. Het pollen is matig allergeen en nogal wat mensen kunnen op dit pollen reageren met hooikoortsachtige klachten.
Lees verderDe bloei van kruiden als Bijvoet en Ambrosia neemt af en loopt langzaam ten einde en ook van Grassen komt vrijwel geen pollen in de lucht, hoewel hier en daar nog wel een bloeiende grashalm te vinden is.
Schimmelsporen, afkomstig van Paddestoelen en schimmels die blad verteren, komen wel veelvuldig in de lucht; vooral de vele neerslag draagt daar aan bij. Berucht zijn Alternaria en Cladosporium. Maar ook bovisten, dat zijn van de bruingrijze bollen, waarop je door te trappen hele sporenwolken kunt vrijmaken, kunnen veel sporen in de lucht brengen. Deze sporen zijn veel kleiner dan pollenkorrels en ze kunnen daardoor dieper in de longen doordringen. Vooral wisselvallig en regenachtig weer kan de groei van schimmels en de vorming van paddestoelen bevorderen.
In deze tijd van het jaar kan er ook smogvorming optreden, waardoor kleine deeltjes in de lucht komen, die eveneens kunnen zorgen voor hooikoortsachtige klachten.